De vraag of een afbeelding die is gegenereerd door een inlichtingensysteem onder het auteursrecht valt, is vrij relevant. Het onderwerp is namelijk complex en wordt geconfronteerd met ontwikkelingen in de wetgeving in verschillende landen. In het licht van de bliksemse vooruitgang hebben bepaalde officiële instellingen niet geaarzeld om een standpunt in te nemen. Ontdek of auteursrecht van toepassing is op afbeeldingen die door AI zijn gegenereerd.
Twee soorten AI-creatie voor afbeeldingen
Volgens een handboek dat is opgesteld door juristen die gespecialiseerd zijn in auteursrecht en dat is verspreid door het Ministerie van Cultuur, zijn er twee soorten AI-creaties met betrekking tot afbeeldingen. Onderscheid maken tussen deze twee helpt om de contouren van het onderwerp te bepalen.
Het eerste type verwijst naar computerondersteunde creaties. Deze zijn onafhankelijk van de AI-software, die slechts fungeert als hulpmiddel in het creatieproces onder toezicht van een mens. In het tweede geval worden de creaties spontaan gegenereerd door kunstmatige intelligentie, zonder menselijke tussenkomst, die wordt gezien als een bepalende factor in het creatieproces.
Deze elementen roepen de vraag op of het auteursrecht van toepassing is op de creatie van werken via kunstmatige intelligentie buiten de wettelijke kaders die momenteel bestaan. In het eerste geval is het denkbaar om te overwegen dat de interventie van de auteur blijft bestaan en dat deze beschermd kan worden door specifieke rechten. In de context van een creatie die spontaan is gegenereerd door kunstmatige intelligentie is het debat daarentegen vrij breed.
Wie kan het auteurschap opeisen van een afbeelding die is gemaakt door kunstmatige intelligentie?
In de meeste gevallen wordt het intellectuele eigendom van afbeeldingen die zijn gegenereerd door kunstmatige intelligentie toegewezen aan de persoon of het bedrijf die het model of het programma heeft gemaakt. Dit betekent dat zelfs als de afbeeldingen gebaseerd zijn op aanwijzingen van anderen, de maker van het model of programma over het algemeen wordt beschouwd als de houder van het auteursrecht.
Als de afbeeldingen echter worden beschouwd als werk dat namens een derde partij is gedaan, kan het auteursrecht toebehoren aan de persoon of het bedrijf die opdracht heeft gegeven voor het maken van de afbeeldingen. Laten we het voorbeeld nemen van een klant die een grafisch ontwerper inhuurt om afbeeldingen te genereren met behulp van AI. De klant zal waarschijnlijk worden erkend als de eigenaar van de afbeelding. Tenminste tot op zekere hoogte en voor een specifiek gebruik.
Het is nog steeds belangrijk om op te merken dat intellectueel eigendom in bepaalde gevallen gedeeld kan worden tussen verschillende partijen. Aan de hand van een geval waarin een bedrijf gebruikmaakt van de diensten van een grafisch ontwerper en hem een leermodel verstrekt dat als basis dient voor het werk, zou het gegenereerde digitale werk het onderwerp kunnen zijn van een gedeeld intellectueel eigendom tussen beide partijen.
Het standpunt van de Amerikaanse autoriteiten
Het is belangrijk om het standpunt van de Amerikaanse autoriteiten over dit onderwerp te vermelden, aangezien de Europese autoriteiten deze beslissingen in de nabije toekomst zouden kunnen volgen. In 2023 verklaarde de USCO, het Copyright Office van de Verenigde Staten van Amerika, onlangs dat visuele inhoud die door kunstmatige intelligenties wordt geproduceerd niet in aanmerking komt voor auteursrecht. Zelfs als AI’s werken op basis van menselijke parameters om resultaten te genereren, is het niet mogelijk om het auteurschap van de geproduceerde werken te erkennen via het auteursrecht.
Volgens de USCO is de mate van creativiteit essentieel bij het bepalen van de bescherming van een werk via het auteursrecht. Op dit moment zijn modellen voor kunstmatige intelligentie echter niet in staat om deze creativiteit te reproduceren zonder tussenkomst van een mens. Aan de andere kant hebben mensen die gebruik maken van de diensten van kunstmatige intelligentie geen absolute controle over de manier waarop deze werken worden geproduceerd. Ze kunnen daarom niet profiteren van auteursrecht.
In de Verenigde Staten zijn uitgevers van software voor kunstmatige intelligentie het onderwerp van rechtszaken. Ze worden beschuldigd van het schenden van het auteursrecht van de artiesten wiens werken in de databases worden gebruikt. De spelers op dit gebied kijken reikhalzend uit naar de uitspraken, omdat ze als precedent zullen dienen.
De wereld van visuele contentcreatie staat op het punt een revolutie te ondergaan op het gebied van auteursrecht. De hele maatschappij zou kunnen evolueren in haar relatie tot de productie van visuele werken. We moeten erkennen dat in dit debat over auteursrecht voor automatische visuele creaties de talenten van AI-ontwerpers niet worden genoemd. Toch vereist de inzet van dergelijke hulpmiddelen de mobilisatie van vele vaardigheden. De kwesties die op het spel staan beperken zich niet tot intellectuele eigendomsrechten. Filosofische oriëntaties liggen ten grondslag aan onze relatie met kunst en kunstmatige intelligentie.